In de vorige blog zijn de verschillende opties besproken om de dragende wanden te realiseren. Een ander belangrijke constructief onderdeel van woningen zijn de verdiepingsvloeren. Ook hier zijn de mogelijkheden velerlei.
Functie verdiepingsvloeren
Welke functie hebben verdiepingsvloeren? Verdiepingsvloeren hebben natuurlijk ten eerste de functie om een scheiding aan te brengen tussen de verschillende verdiepingen. Daarnaast moet de vloerconstructie sterk genoeg zijn om de belastingen die voortvloeien uit de verschillende gebruiksfuncties op een verdiepingsvloer te kunnen dragen. Ten slotte vervullen de verdiepingsvloeren een belangrijke rol in de stabiliteit. Ze fungeren namelijk vaak als stijve schijf en zorgen dat horizontale belastingen afgedragen kunnen worden naar de dragende elementen.
Er kunnen grofweg de volgende stromingen worden onderscheiden in de keuze van een verdiepingsvloer van een nieuw te bouwen verdiepingsbouw woning:
- Vloeren in hout
- Vloeren in beton
- In het werk gestorte vloeren;
- Gedeeltelijk geprefabriceerde vloeren;
- Geprefabriceerde vloeren;
- Vloeren in staal
Vloeren in hout
Vroeger werden woningen vaak uitgevoerd in gemetselde dragende wanden die een houten vloer droegen met draagbalken die het gewicht van de houten vloeren afdragen aan de dragende metselwanden. Deze traditionele type verdiepingsvloer is door het gebruik van moderne materialen voor de toepassing van woningen niet of nauwelijks meer in gebruik.
Toepassingen: | Voordelen: | Nadelen: |
· Aanpassingen bestaande woningvoorraad;· Incidentele zeer kleinschalige woningen en utilitaire bouwwerkjes;
· Bergingen, schuren, enzovoort.
|
· Eenvoudige uitvoering;· Eenvoudige materiaalkeuze;
· Weinig coördinatie op de bouwplaats nodig; · Geringe bouwvoorbereiding; · Onbeperkte flexibiliteit. |
Vloeren in beton
Vloeren in beton kunnen in de volgende categorieën worden onderverdeeld:
- Ter plaatse gestorte betonvloeren;
- Halfgeprefabriceerde betonvloeren;
- Prefab-betonvloeren;
Ter plaatse gestorte betonvloeren
Ter plaatse gestorte betonvloeren worden vooral toegepast als de omstandigheden op de bouwplaats het vervoeren van prefab-onderdelen onmogelijk maken, als de complexiteit van de vorm gecombineerd met een zeer beperkte seriegrootte aan de orde is of als door gewenst mechanisch gedrag een monolieten constructie gewenst is. Binnen deze categorie zijn weer de volgende typen vloeren te onderscheiden:
- Vloeren op zand;
- Vlakke plaatvloeren;
- Koker-,bollenplaat-,ribben- en cassettevloeren;
- Paddenstoelvloeren;
- Balkenvloeren
Vloeren op zand
Dit vloertype wordt vooral toegepast als er een redelijk stabiele ondergrond van zand aanwezig is, die kan dienen als bekistingsmal om een ter plaatse gestorte vloer toe te passen.
Vlakke plaatvloeren
Deze vloeren worden veel toegepast als kelderdek- en verdiepingsvloeren. Door het ontbreken van verdikking onder de vloer is de bekisting minimaal, is de vrije verdiepingshoogte maximaal en wordt het leidingwerk onder de vloer niet door balken gehinderd. Deze vloeren zijn alleen economisch rendabel als er systeembekisting in de vorm van tafel- of tunnelbekisting wordt toegepast.
Koker-, bollenplaat-, ribben- en cassettevloeren
Als de overspanning groot wordt, wordt de vereiste constructieve dikte ook groter. Het eigen gewicht van de vloer vormt dan een onevenredig groot gedeelte van de totale belasting. Er kan gewicht bespaart worden door het weglaten van beton in de constructieve neutrale zone in het midden van de doorsnede, dan wel aan de onderzijde zodat het meeste beton zich in de drukzone bevindt waar het rendement het hoogst is.
Paddenstoelvloeren
Dit type vloer wordt toegepast als er alleen een draagconstructie van kolommen toegepast wordt. De geconcentreerde belasting vanuit de vloeren moet door een zichtbare, dan wel niet zichtbare kolomplaat afgedragen worden naar de kolommen.
Balkenvloeren
Als het niet meer lukt of als het wenselijk is de vloervelden rechtstreeks via wanden of kolommen te ondersteunen, moet er een balkenvloer worden toegepast. Het toepassen van dit type vloeren is echter wel arbeidsintensief.
Halfgeprefabriceerde betonvloeren
Een bijzondere vorm van de ter plaatse gestorte vloer is de breedplaatvloer. Deze vloer vormt een tussenvorm met het geprefabriceerde gedeelte (schil) als bekisting en de ter plaatse gestorte druklaag daarop. Doordat de vloer deels is geprefabriceerd, biedt zij vele van de voordelen van beide typen. Dit vloertype wordt dan ook vaak toegepast in de gestapelde woningbouw.
Zoals gezegd bestaan breedplaatvloeren uit een geprefabriceerde schil van ongeveer 50 mm beton waarin al de benodigde wapening is aangebracht. Doordat het transportgewicht laag is, kan deze schil een behoorlijke afmeting hebben tot een breedte van 3,00 m, bij een lengte van 6,00 à 9,00 m. De platen moeten tijdelijk met korte tussenafstanden worden ondersteund waarna de constructief meewerkende betonlaag ter plaatse wordt aangebracht. Deze laag van ongeveer 150-250 mm vormt de benodigde constructieve hoogte. Hierdoor ontstaat er een monoliet gestorte vloerconstructie vergelijkbaar met een vlakke plaatvloer.
Een groot voordeel is ook dat veel van het benodigde horizontale leidingwerk in de vloer kan worden meegestort. Hierdoor kan dus in hoogte gewonnen worden.
Prefab-betonnen vloeren
De geprefabriceerde vloeren worden vaak gebruikt om de kortere bouwtijd. Bij gebruik voor begane grondvloeren is er het bijkomend voordeel dat de vereiste isolatie al is geïntegreerd in de systeemvloeren.
Geprefabriceerde betonvloeren zijn er in verschillende soorten die zijn te herleiden tot de volgende typen die zowel in de woning- als de utiliteitsbouw gebruikt worden:
- Rib(cassette)vloeren;
- Combinatievloeren;
- Kanaalplaatvloeren;
- Massieve plaat- en leidingvloeren.
In het algemeen zijn de elementen aan de bovenzijde niet afgewerkt en zijn ze nog niet gekoppeld. De afwerking wordt gedaan door een afwerklaag aan te brengen om de naden te vullen en de vloer een gladder oppervlak te geven. Deze afwerklaag kan ook dienen om leidingwerk weg te werken. Hiertoe is dan voor het wegwerken van cv- en of waterleidingen een afwerklaag van 50 mm nodig en voor dikkere leidingen van aansluitleidingen van riolering of mechanische ventilatie een dikte van 100 mm.
Ook is het nodig om bij sommige typen vloeren een extra druklaag bij te storten. Deze draagt aan de ene kant bij aan de druksterkte van de constructie als geheel en aan de andere kant aan de koppeling van de vloer tot een doorgaande schijf, als noodzakelijk onderdeel van de stabiliteitsvoorziening.
Rib(cassette)vloeren
Bij ribbenvloeren zijn de vloerelementen in de lengterichting voorzien van twee ribben aan de randen van de plaat. Als er ook nog dwarsribben worden toegepast, spreken we over ribcassettevloeren. De ribben verzorgen de belastingsoverdracht in lengterichting en zijn geschikt voor het opnemen van lijnbelastingen zoals door muren.
Combinatievloeren
Combinatievloeren, zijn systeemvloeren die worden opgebouwd uit geprefabriceerde betonnen liggers, afzonderlijke isolatie-elementen (vulelementen) en een ter plaatse gestorte betonlaag. Combinatievloeren zijn door hun isolatie typische begane-grondvloeren die uit voorraad leverbaar zijn, doordat liggers en vulelementen standaard zijn. Bij grotere vloerbelastingen kan de hart op hart afstand worden verkleind en bij plaatselijk hogere belastingen kan een dubbele ligger worden toegepast.
Kanaalplaatvloeren
Kanaalplaten zijn volledig geprefabriceerde, voorgespannen vloerplaten die, om op eigen gewicht te besparen, zijn voorzien van holle kanalen. Door de geringe massa en de voorspanning kunnen relatief lange overspanningen worden behaald. In de woningbouw worden de platen tot een overspanning van 6 à 8 m gebruikt. Als woning cheidende vloeren zijn ze door hun geringe massa dan weer minder geschikt.
Massieve plaat- en leidingvloeren
De massieve plaatvloer heeft voor het grootste gedeelte dezelfde eigenschappen als de kanaalplaatvloer, behalve de holle kanalen. Door de massieve opbouw kunnen er minder lange overspanningen behaalt worden, maar is deze wel meer geschikt als woningscheidende vloer bij meerverdiepingsbouw door de geluidsisolerende werking.
Daarnaast is er ook een tussenvorm, de leidingvloer ontwikkeld. Dit is een extra dikke kanaalplaatvloer waarbij het onderste gedeelte van de doorsnede massief is uitgevoerd. Hiermee zijn de constructieve sterkte en geluidsisolerende werking gewaarborgd. Het gedeelte van de kanalen kan deels door volledige sleuven worden vervangen. Deze sleuven zijn geschikt voor leidingen van riolering en mechanische ventilatie.
Vloeren in staal
Ook met staal is het mogelijk een vloerconstructie te realiseren. Zeker in een staalskelet kan het door zijn lichte gewicht en prefabricage voordelen hebben. Een nadeel is echter de brandgevoeligheid. De volgende typen zijn te onderscheiden:
- Staalplaatvloeren, enkel staal zonder toevoegingen;
- Staalbetonvloeren, waarbij beton en staal wordt gecombineerd.
Staalplaatvloeren
Staalplaatvloeren verkrijgen zekere stijfheid door het toepassen van profilering in de doorsnede. Hoe hoger de profilering, des te groter de overspanning kan zijn. Door het geringe gewicht is deze plaat ook geschikt als dakplaat. Echter door het geringe gewicht en dus het lage geluidsisolerende vermogen is de staalplaat weer minder geschikt als woningscheidende verdiepingsvloer. Bij toepassing moet dan meestal dan ook een betonlaag worden toegepast.
Staalbetonvloeren
Als het beton op de betonplaat ook constructief gaat meewerken, wordt gesproken van staalbetonvloeren. De staalplaat werkt mee als wapening van de betonvloer, de schuifkrachten tussen beide materialen moet door ribbels in de staalplaat worden opgenomen. Bij vloerconstructies wordt vaak een oplegging op de onderflens gebruikt, waardoor de ligger eveneens als randkast kan werken.
Zoals te zien is zijn er veel keuzemogelijkheden en ligt het aan het project en de wensen van de klant welke vloerkeuze het meest efficiënt en effectief is. Het is dan ook raadzaam om een bouwkundig bureau in te schakelen. Deze heeft de expertise in huis om u op dit gebied te adviseren.